Ik ben gek op techniek en op het maken van dingen. Die interesse heb ik van huis uit meegekregen. De hobby van mijn vader en moeder is het opknappen van boten. Mijn vader is dan de scheepstimmerman en mijn moeder stoffeert alles zelf. Als kind zag ik hoe zij aan het werk waren en hoeveel plezier ze daarbij hadden.
Mijn huidige werk begon als vrijwilliger in Dock, een jongerencentrum in Amsterdam-Noord. Ik gaf les aan jongeren: metaalbewerking en techniek. We knapten bijvoorbeeld fietsen op die we weggaven aan mensen met een bijstandsuitkering. Er bleef materiaal over van dat opknappen, en daarmee ben ik dingetjes gaan maken.
Met dit mannetje begon het. Een somber mannetje, zoals ik zelf op dat moment ook somber was. Mijn linkerarm heeft een beperking, ik kan daar bijna niets mee. Tel dat op bij een stevige dyslexie en je snapt dat ik veel gepest ben op school.
Mensen die dit zagen, vonden het kunst. En ze wilden meer; ze begonnen de Headlight-mannetjes te bestellen. Ik zag het eerst niet direct als kunst, ik ben met metaal dingen gaan maken, omdat ik afleiding zocht. En metaal is prachtig materiaal, dat ook nog eens met een detector en met magneetvissen overal gewoon te vinden is.
Er wordt veel weggegooid, grachten en rivieren liggen vol troep en in elke straat is afval te vinden. Dat is mijn materiaal, ik verwerk wat ik vind in mijn kunst. Al dit materiaal maak ik grondig schoon voor gebruik. Zo krijgt het gevonden materiaal een nieuw leven. Ik maak er nieuwe verhalen mee.
En nu? Ik ben gewoon lekker bezig en heb plezier in de dingen die ik doe. Waar het allemaal mee begon, de fietsen, die blijven belangrijk. Ook al zijn het momenteel geen gewone fietsen meer: swing bikes, lowriders, bakfietsen en hoge fietsen